IER 2008, 68
HR, 11-07-2008, nr. C07/034HR
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9766, m.nt. Ch. Gielen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem–Spapens, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/034HR
- Noot
Ch. Gielen
- LJN
BC9766
- JCDI
JCDI:ADS875836:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9766, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑11‑2006
- Wetingang
1e EG-Richtlijn aanpassing merkenrecht EG-Lidstaten art. 7 lid 1; Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom art. 2.23 lid 3
Samenvatting
De Hoge Raad stelt de volgende vragen van uitleg aan het Hof van Justitie EG: 1. Moeten, in het geval dat waren onder het merk van de merkhouder, maar niet door hem en evenmin met zijn uitdrukkelijke toestemming, eerder binnen de EER in de handel zijn gebracht, voor de beoordeling of dit is gebeurd met (impliciete) toestemming van de merkhouder als bedoeld in art. 7 lid 1 van de Eerste Richtlijn van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der Lid-Staten (89/104/EEG), dezelfde maatstaven worden aangelegd als in het geval dat zodanige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.