RAR 2008, 123
Ontslag op staande voet. Is een beroep op een nietig ontslag van een WSW-werknemer ex art. 6 BBA 1945 jo. art. 9 BBA 1945 een stuitingshandeling?
HR 27-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1494
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C07/039HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BD1494
- JCDI
JCDI:ADS870408:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1494, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1494, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2007
- Wetingang
BW art. 3:317 lid 1; BW art. 7:683; BBA1945 art. 2; BBA1945 art. 6; BBA1945 art. 9
Samenvatting
Een werknemer met een WSW-aanstelling wordt op staande voet ontslagen. Nadat werknemer zelf tegen dat ontslag heeft geprotesteerd, roept een door hem ingeschakelde gemachtigde de nietigheid van het ontslag in ex art. 6 jo. 9 BBA 1945. Buiten de zesmaandentermijn van art. 7:683 BW gaat werknemer tot dagvaarding over ex art. 7:681 BW. Werkgever ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.