JAR 2008, 189
De Hoge Raad casseert: brief van werknemer had wel degelijk stuitende werking.
HR 27-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1494
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 juni 2008
- Magistraten
(Mrs. Beukenhorst, Van Buchem-Spapens, Numann, Hammerstein, Van Oven)
- Zaaknummer
C07/039HR
- LJN
BD1494
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1494, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1494, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2007
- Wetingang
BW art. 3:317; BW art. 7:683; BBA 1945 art. 6
Essentie
De Hoge Raad casseert: brief van werknemer had wel degelijk stuitende werking.
Samenvatting
Eiser wordt op staande voet ontslagen wegens een ‘sterk negatief ontwikkelde werkhouding’ gepaard met dreigementen aan het adres van leidinggevende. Eiser heeft schriftelijk geprotesteerd tegen dit ontslag maar werkgever wil het ontslag niet intrekken. Daarop stelt de advocaat van eiser bij brief dat er geen sprake is van een dringende reden en vernietigt de opzegging wegens het ontbreken van toestemming. Gedaagde beroept zich echter op verjaring van de vordering.
HR: Het hof heeft geen stuitende werking aan deze brief van de advocaat van eiser toegekend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.