RI 2008, 64
Boedeltekort. Hoe dient de omvang van het boedeltekort ex art. 2:248 BW te worden vastgesteld? (Ortelee q.q./X)
HR 20-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC8974 (Viba)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 juni 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, E.J. Numann
- Zaaknummer
C07/036HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BC8974
- Roepnaam
Viba
- JCDI
JCDI:ADS66432:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC8974, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑06‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC8974, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2007
- Wetingang
Essentie
Hoe dient de omvang van het boedeltekort ex art. 2:248 BW te worden vastgesteld?
Samenvatting
In de onderhavige zaak werd een bestuurder ex art. 2:248 BW aansprakelijk gehouden voor het boedeltekort, nader op te maken bij staat. De bestuurder voerde verweer tegen de omvang van het boedeltekort, onder meer door kritische kanttekeningen te maken bij door de curator gemaakte kosten. Bij de begroting van het tekort werden door het hof correcties toegepast in verband met punten van kritiek op het boedelbeheer van de curator. In deze zaak draait het om de vraag op welke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.