RI 2008, 63
Bestuurdersaansprakelijkheid. Is art. 2:9 BW van overeenkomstige toepassing bij aansprakelijkheid van bestuurder jegens een individuele aandeelhouder? ([eiser 2]/NOM Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij N.V.)
HR 20-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC4959 (NOM,Willemsen/NOM)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 juni 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, E.J. Numann
- Zaaknummer
C06/187HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BC4959
- Roepnaam
NOM
Willemsen/NOM
- JCDI
JCDI:ADS96262:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC4959, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑06‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC4959, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2008
- Wetingang
BW art. 2:9
Essentie
Is art. 2:9 BW van overeenkomstige toepassing bij aansprakelijkheid van bestuurder jegens een individuele aandeelhouder?
Samenvatting
In de statuten en een aandeelhoudersovereenkomst is bepaald dat de minderheidsaandeelhouder een vetorecht heeft ten aanzien van — onder andere — het bestuursbesluit over de aanvraag van surseance van betaling. In strijd met deze bepalingen vraagt de bestuurder zonder de goedkeuring van de AVA surseance van betaling. Deze wordt verleend en meteen omgezet in een faillissement. De minderheidsaandeelhouder die tevens financier van de vennootschap is, vordert schadevergoeding van zowel de bestuurder als de indirect bestuurder (van de laatste op grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.