PJ 2008, 78
Overschrijding ‘zesmaandentermijn’ en toerekenbaarheid onjuiste inlichtingen tussenpersoon.
HR 21-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BC0655
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 december 2007
- Magistraten
Van Vliet, Van Amersfoort, Bavinck, Leemreis, Punt
- Zaaknummer
43 236
- LJN
BC0655
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BC0655, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑12‑2007
- Wetingang
IB 1964 art. 45b lid 2
Essentie
Overschrijding ‘zesmaandentermijn’ en toerekenbaarheid onjuiste inlichtingen tussenpersoon.
Samenvatting
De termijn van art. 45b lid 2 Wet IB 1964 kan worden verlengd ingeval de termijnoverschrijding wordt veroorzaakt door een omstandigheid die de belastingplichtige redelijkerwijs niet kan worden aangerekend, zulks aannemelijk te maken door belastingplichtige. De omstandigheid dat belanghebbende door de tussenpersoon onjuist is ingelicht, dient voor risico van belanghebbende te blijven. Niet kan worden gezegd dat die omstandigheid belanghebbende niet kan worden aangerekend zoals bedoeld in voornoemd besluit. Het cassatieberoep is gegrond verklaard.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.