RFR 2007, 107
Erfrecht. Is legaat van recht van gebruik en bewoning voor langstlevende partner gemaakt ter voldoening aan natuurlijke verbintenis?
HR 22-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6269
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2007
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/308HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BA6269
- JCDI
JCDI:ADS871396:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA6269, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA6269, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑2007
- Wetingang
BW art. 6:3
Essentie
Is legaat van recht van gebruik en bewoning voor de langstlevende partner gemaakt ter voldoening aan een natuurlijke verbintenis?
Samenvatting
Erflater heeft gedurende circa twee jaren voorafgaand aan zijn dood in 1997, samengewoond met zijn partner in een aan hem alleen toebehorende woning. Bij testament heeft hij zijn twee kinderen uit zijn eerdere huwelijk tot enige erfgenamen benoemd. Aan zijn partner heeft hij het levenslang recht van gebruik en bewoning van zijn woning gelegateerd. Dit legaat tast de legitieme van de kinderen aan. De kinderen hebben geweigerd de hypothecaire lasten van de woning te voldoen, nu de nalatenschap onvoldoende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.