JOL 2007, 204
Beginsel van hoor en wederhoor. De klacht neemt terecht tot uitgangspunt dat de beslissing van het hof niet erop is gebaseerd dat thans eiser tot cassatie afstand heeft gedaan van het recht zich uit te laten over de resultaten van het strafrechtelijk onderzoek, op de verdenking van meineed ingesteld tegen de door eiser als getuigen voorgebrachte politieambtenaren. Het in art. 19 Rv. neergelegde beginsel van hoor en wederhoor houdt in dat de rechter partijen over en weer in de gelegenheid moet stellen zich uit te laten over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, tenzij uit de wet anders voortvloeit — een uitzondering die zich in het onderhavige geval niet voordoet — en voorts dat de rechter bij zijn beslissing zijn oordeel, ten nadele van een der partijen, niet mag baseren op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten. Dit geldt ook voor gegevens van feitelijke aard zoals de onderhavige strafvonnissen, waarvan het hof ambtshalve heeft kennisgenomen, en waarvan niet kan worden gezegd dat zij zonder belang zijn voor de waardering van de betrouwbaarheid van de beide als getuige gehoorde politieambtenaren en de geloofwaardigheid van de door hen afgelegde verklaringen.
HR 23-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ4571
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 maart 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/340HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AZ4571
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ4571, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4571, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2005
Essentie
Beginsel van hoor en wederhoor.
De klacht neemt terecht tot uitgangspunt dat de beslissing van het hof niet erop is gebaseerd dat thans eiser tot cassatie afstand heeft gedaan van het recht zich uit te laten over de resultaten van het strafrechtelijk onderzoek, op de verdenking van meineed ingesteld tegen de door eiser als getuigen voorgebrachte politieambtenaren. Het in art. 19 Rv. neergelegde beginsel van hoor en wederhoor houdt in dat de rechter partijen over en weer in de gelegenheid moet stellen zich uit te laten over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.