RvdW 2007, 309
Cassatieberoep tegen tussenarrest in bodemprocedure en eindarrest in kort geding; ontvankelijkheid; splitsing?
HR 16-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0731
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 maart 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/186HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BA0731
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA0731, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA0731, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2005
- Wetingang
Rv art. 401a
Essentie
Cassatieberoep tegen tussenarrest in bodemprocedure en eindarrest in kort geding; ontvankelijkheid; splitsing?
Het hof heeft uitspraak gedaan in twee afzonderlijke gedingen: op het hoger beroep in het kort geding en in het hoger beroep in de bodemprocedure, zodat het hier in wezen twee arresten in twee verschillende zaken betreft. Het oordeel dat thans eisers tot cassatie op grond van art. 401a lid 2 Rv niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun cassatieberoep voor zover dit is gericht tegen het 's hofs arrest in de bodemprocedure, omdat het een tussenarrest betreft, wordt niet anders doordat wel cassatieberoep openstaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.