JOL 2007, 189:Cassatieberoep tegen tussenarrest in bodemprocedure en eindarrest in kort geding: ontvankelijkheid; splitsing? Het hof heeft uitspraak gedaan in twee afzonderlijke gedingen; op het hoger beroep in het kort geding en in het hoger beroep in de bodemprocedure, zodat het hier in wezen twee arresten in twee verschillende zaken betreft. Het oordeel dat thans eisers tot cassatie op grond van art. 401a lid 2 Rv. niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun cassatieberoep voor zover dit is gericht tegen het 's hofs arrest in de bodemprocedure, omdat het een tussenarrest betreft, wordt niet anders doordat wel cassatieberoep openstaat tegen het mede in het cassatieberoep betrokken, door het hof in het kort geding gewezen eindarrest, reeds omdat dat kort geding niet alleen ten opzichte van de bodemprocedure een afzonderlijke procedure maar ook van een ander karakter is en bij splitsing van de berechting daarom het gevaar van tegenstrijdige beslissingen niet is te duchten.