JOL 2007, 4
Arbeidsrecht. Concurrentiebeding: geheel of gedeeltelijk verlies van geldigheid in geval van wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaat wegen: maatstaf; motiveringseisen. Aanpassing stellingen na verwijzing. Een concurrentiebeding in de zin van art. 7:653 BW moet opnieuw schriftelijk worden overeengekomen indien de wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard is, dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaat drukken (HR 9 maart 1979, NJ 1979, 467, m.nt. PAS). De verwantschap met de bepaling van art. 7:653 lid 2 BW (dat de rechter de bevoegdheid geeft het beding geheel of gedeeltelijk te vernietigen op de grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk benadeeld wordt), mede in aanmerking genomen het aan het thans geldende BW ten grondslag liggende uitgangspunt dat nietigheden in beginsel niet verder reiken dan de strekking daarvan meebrengt, is reden om bij toepassing van deze jurisprudentiële regel aan te nemen dat het concurrentiebeding zijn geldigheid niet onder alle omstandigheden verliest en opnieuw schriftelijk moet worden overeengekomen, maar (slechts) voorzover de in de maatstaf genoemde, tezamen genomen, omstandigheden dit nodig maken met het oog op enerzijds de bescherming die art. 7:653 lid 1 BW de werknemer biedt tegen het niet weloverwogen aangaan van een concurrentiebeding en anderzijds het te beschermen belang van de werkgever bij dat beding. Gesteld voor de vraag of op grond van genoemde jurisprudentiële regel een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk zijn geldigheid heeft verloren en opnieuw schriftelijk dient te worden overeengekomen, zal de rechter dienen te onderzoeken — en in zijn motivering tot uitdrukking moeten brengen — niet alleen of sprake is van een wijziging van de arbeidsverhouding van ingrijpende aard, maar ook of, en zo ja op grond waarvan, die wijziging meebrengt dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaat drukken. Partijen zullen na verwijzing in de gelegenheid moeten worden gesteld hun stellingen aan te passen.
HR 05-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ2221 (AVM Accountants/Osinga)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 januari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/257HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AZ2221
- Roepnaam
AVM Accountants/Osinga
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ2221, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ2221, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑09‑2005
Essentie
Arbeidsrecht. Concurrentiebeding: geheel of gedeeltelijk verlies van geldigheid in geval van wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaat wegen: maatstaf; motiveringseisen. Aanpassing stellingen na verwijzing.
Een concurrentiebeding in de zin van art. 7:653 BW moet opnieuw schriftelijk worden overeengekomen indien de wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard is, dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaat drukken (HR 9 maart 1979, NJ 1979, 467, m.nt. PAS). De verwantschap met de bepaling van art. 7:653 lid 2 BW (dat de rechter de bevoegdheid geeft het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.