NJ 2007, 239
Schuldsanering. Omvang boedel; letselschade-uitkering. Homologatie akkoord; weigeringsgrond art. 153 lid 2 sub 1° Fw; strekking; taak rechter.
HR 24-11-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ1111, m.nt. P. van Schilfgaarde
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman,A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/035HR
- Conclusie
A-G Verkade
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
AZ1111
- JCDI
JCDI:ADS157786:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ1111, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑11‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1111, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2006
- Wetingang
Fw art. 153; Fw art. 295; Fw art. 295a; Fw art. 338; BW art. 3:276; BW art. 6:106
Essentie
Schuldsanering. Omvang boedel; letselschade-uitkering. Homologatie akkoord; weigeringsgrond art. 153 lid 2 sub 1° Fw; strekking; taak rechter.
Onder de in de wet geregelde uitzonderingen op de in art. 295 lid 1 Fw vervatte regel dat de boedel van de natuurlijke persoon ten aanzien van wie de toepassing van de schuldsanering is uitgesproken, zijn goederen omvat ten tijde van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, alsmede de goederen die hij tijdens de toepassing van die regeling verkrijgt, valt niet een aanspraak op smartengeld die de rechthebbende heeft geconcretiseerd in een vaststellingsovereenkomst, noch een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.