IER 2007, 14
AstraZeneca acht de beïnvloeding van huisartsen door Menzis met financiële prikkels onrechtmatig. Echter in casu strekt deze norm niet tot bescherming van AstraZeneca maar van de arts en de patiënt.
HR 10-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9317 (Astrazeneca e.a./Amicon e.a.,Astrazeneca/Menzis)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 november 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/070HR
- LJN
AY9317
- Roepnaam
Astrazeneca e.a./Amicon e.a.
Astrazeneca/Menzis
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Reclame
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY9317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY9317, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑02‑2006
- Wetingang
BW art. 6:163; Reclamebesl. Geneesmiddelen; Wet Tarieven Gezondheidszorg geneesmiddelenreclame
Essentie
AstraZeneca acht de beïnvloeding van huisartsen door Menzis met financiële prikkels onrechtmatig. Echter in casu strekt deze norm niet tot bescherming van AstraZeneca maar van de arts en de patiënt.
Samenvatting
Vervolg op IER 2006, 16. Kort geding over de rechtmatigheid van de door de zorgverzekeraars in medewerkersovereenkomsten met huisartsen opgenomen module ‘rationeel voorschrijven’ jegens farmaceuten. Hoge Raad: art. 6:163 BW (relativiteitsvereiste) gaat er niet van uit dat een norm in beginsel strekt ter bescherming van allen die als gevolg van overtreding ervan schade kunnen lijden; het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.