RvdW 2006, 945
Bestuursdwangbesluit; rechtmatigheid na vernietiging op bezwaar; causaal verband schade.
HR 13-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2087 (Gemeente Enschede/Gerridzen,Enschede/Gerridzen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C05/068HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AW2087
- Roepnaam
Gemeente Enschede/Gerridzen
Enschede/Gerridzen
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW2087, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW2087, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Bestuursdwangbesluit; rechtmatigheid na vernietiging op bezwaar; causaal verband schade.
Het antwoord op de vraag of het onderhavige bestuursdwangbesluit onrechtmatig is, hangt af van de besluitvorming die na de vernietiging van de beslissing op bezwaar plaatsvindt. Nu het tot die besluitvorming hier niet is gekomen, moet voor de burgerlijke rechter in een zodanig geval uitgangspunt zijn dat het bestuursdwangbesluit rechtmatig is. Zolang moet worden uitgegaan van de rechtmatigheid van het bestuursdwangbesluit kan niet worden geoordeeld dat tussen de vernietigde beslissing op bezwaar waarbij dat (nimmer tenuitvoergelegde) besluit werd gehandhaafd en de door thans verweerster in cassatie gestelde schade (splitsing en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.