Ondernemingsrecht 2006, 200
HR, 13-10-2006, nr. C04/279HR: DNB/Vie d’Or
HR 13-10-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AW2077, m.nt. B.P.M. van Ravels (DNB/Vie d’Or)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2006
- Zaaknummer
C04/279HR
- Noot
B.P.M. van Ravels
- LJN
AW2077
- Roepnaam
DNB/Vie d’Or
- JCDI
JCDI:ADS878327:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AW2077, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AW2077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑08‑2004
- Wetingang
BW art. 3:305a; BW art. 6:163; BW art. 6:162 lid 2; BW art. 6:96 lid 2b; Wet Telecommunicatievoorzieningen art. 34
Essentie
Aansprakelijkheid wegens falend toezicht
Partij(en)
De Nederlandsche Bank N.V.
tegen
Stichting Vie d'Or
Uitspraak
Feiten
1
Dit belangrijke arrest is een van de drie arresten van de Hoge Raad van 13 oktober 2006 die gezamenlijk (een deel van) de juridische nasleep vormen van de Vie d'Or–affaire. Het onderhavige arrest betreft het geschil tussen — kort gezegd — de oud-polishouders van verzekeraar Vie d'Or en de Stichting Verzekeringskamer. N.V. Levensverzekeringsmaatschappij Vie d'Or was een verzekeraar die in 1995 failliet werd verklaard. Zij bood geen verhaal voor de schade die was veroorzaakt door haar tekortschieten. Vie d'Or stond vanaf haar oprichting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.