RAR 2007, 1
Bewijslast. Heeft de werknemer een rechtmatig belang overlegging van een bepaald bewijsstuk door zijn werkgever te verlangen?
HR 06-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX7774
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.P.H. Asser; A-G Strikwerda
- Zaaknummer
C05/138HR
- LJN
AX7774
- JCDI
JCDI:ADS870454:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX7774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX7774, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑05‑2005
- Wetingang
BW art. 7:619; Rv art. 24; Rv art. 843a
Essentie
Heeft de werknemer een rechtmatig belang overlegging van een bepaald bewijsstuk door zijn werkgever te verlangen?
Samenvatting
De werknemer is in dienst geweest als lichtmatroos. De cao voor de Binnenscheepvaart was op de arbeidsovereenkomst van toepassing. In die cao is voorzien in een diensttijdsysteem, genaamd ‘systeemvaart’, waarin telkens een week op en een week af gewerkt wordt. In de arbeidsovereenkomst tussen partijen was een vijfdaagse werkweek van 40 uur overeengekomen. Na opzegging van zijn arbeidsovereenkomst vordert de werknemer achterstallig salaris. Aan zijn vordering legt hij ten grondslag dat partijen, in afwijking van de arbeidsovereenkomst, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.