AB 2007, 44
Verklaring ter zitting dat de gemachtigde zich alsnog neerlegt bij de juistheid van de aanslagen is in casu niet zonder meer aan te merken als uitdrukkelijke en ondubbelzinnige verklaring dat belanghebbende alle grieven heeft ingetrokken.
HR 06-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9499, m.nt. B.W.N. de Waard
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. Van der Putt-Lauwers, Van Brunschot, Lourens, Bavinck, Punt
- Zaaknummer
42 617
- Noot
B.W.N. de Waard
- LJN
AY9499
- JCDI
JCDI:ADS864506:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY9499, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2006
- Wetingang
Awb art. 6:21
Essentie
Verklaring ter zitting dat de gemachtigde zich alsnog neerlegt bij de juistheid van de aanslagen is in casu niet zonder meer aan te merken als uitdrukkelijke en ondubbelzinnige verklaring dat belanghebbende alle grieven heeft ingetrokken.
Samenvatting
Uit het procesverbaal van de zitting blijkt dat de gemachtigde van belanghebbende, nadat hij kennis had genomen van het voor belanghebbende ongunstige voorlopige oordeel van het hof, heeft verklaard dat hij een kosten-batenanalyse maakt bij de afweging om eventueel in cassatie te gaan, en vervolgens dat hij zich, gehoord het voorlopig oordeel van het hof, alsnog neerlegt bij de juistheid van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.