JOL 2006, 453:Onteigening. Voor vergoeding in aanmerking komende waardevermindering van het overblijvende; maatstaf. Verrekening rentevoordeel vrijkomend kapitaal. Buiten het onteigende gelegen waardeverminderende factoren. De te vergoeden waardevermindering van het overblijvende dient te worden vastgesteld op het verschil tussen enerzijds de waarde van het gehele complex voor onteigening en anderzijds de waarde van het overblijvende plus de waarde van het onteigende. Voor de kosten van aanpassing van het overblijvende dient een vergoeding te worden toegekend zonder aftrek van de rente van het vrijkomend kapitaal. Het voordeel dat de onteigende geniet in de vorm van rente van het vrijkomende kapitaal kan, indien de onteigende inkomensschade lijdt als gevolg van de onteigening, slechts de inkomensschade beperken. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft het oordeel van de rechtbank dat, nu de gestelde schade aan het overblijvende het gevolg is van de onderdelen van het werk die buiten de onteigende perceelsgedeelten zullen worden aangelegd en waarvan de aanleg door de onteigende als eigenaar daarvan dan ook niet voorkomen zou kunnen worden, die schade geen rechtstreeks en noodzakelijk gevolg van de onteigening is en dus niet voor vergoeding in aanmerking komt.