BR 2007/11
HR, 30-06-2006, nr. C05/083HR1431: Onteigening Bergschenhoek
HR 30-06-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AV9438, m.nt. E. van der Schans (Onteigening Bergschenhoek)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/083HR1431
- Noot
E. van der Schans
- LJN
AV9438
- Roepnaam
Onteigening Bergschenhoek
- JCDI
JCDI:ADS877347:1
- Vakgebied(en)
Bouwrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Onteigeningsrecht / Onteigening
Onteigeningsrecht / Voorkeursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AV9438, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AV9438, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2005
- Wetingang
Essentie
Art. 40b lid 2 Ow. Schadeloosstelling. Zelfrealisatie. Exploitatierisico. Bodemverontreiniging:
Samenvatting
Het onderdeel gaat — terecht — ervan uit dat als regel van onteigeningsrecht geldt dat een onteigende slechts dan aanspraak heeft op vergoeding van schade die hij lijdt doordat hij als gevolg van de onteigening een bepaalde, ten tijde van de onteigening nog niet gerealiseerde, bestemming voor bedrijfsmatige exploitatie van het onteigende niet kan realiseren, indien de omstandigheden dusdanig zijn dat zij aannemelijk maken dat de onteigende die bestemming zonder onteigening zou hebben verwezenlijkt en daaruit voordeel zou hebben getrokken (HR 1 november 2002, nr. 1359, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.