JOW 2006, 13
wederrechtelijk verkregen voordeel; soortgelijke feiten
HR 20-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV7190
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 juni 2006
- Magistraten
Bleichrodt, Balkema, Ilsink, Thomassen, Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01471/05 P
- LJN
AV7190
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV7190, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV7190, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑09‑2005
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; soortgelijke feiten
Samenvatting
De Hoge Raad overweegt dat de enkele omstandigheid dat soortgelijke feiten ten tijde van het Hofs beslissing op de ontnemingsvordering nog het voorwerp uitmaakten van een afzonderlijke strafrechtelijke vervolging, eraan in de weg staat dat het Hof met het voordeel dat uit die feiten is verkregen, bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel rekening houdt.
Partij(en)
[Betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956, wonende te [woonplaats].
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 7 december 2004, nummer 20/001359–03, op een vordering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.