JOL 2006, 379
Onrechtmatige overheidsdaad; toepassing strafvorderlijke rechtsmiddelen in zaak die tot vrijspraak heeft geleid. Afwijzing schadevordering. ‘Gebleken onschuld’-criterium in strijd met onschuldpresumptie van art. 6 lid 2 EVRM? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81. RO.
HR 16-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV6967
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juni 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/062HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AV6967
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV6967, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV6967, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑06‑2006
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad; toepassing strafvorderlijke rechtsmiddelen in zaak die tot vrijspraak heeft geleid. Afwijzing schadevordering. ‘Gebleken onschuld’-criterium in strijd met onschuldpresumptie van art. 6 lid 2 EVRM? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81. RO.
Partij(en)
- 1.
[Eiser 1],
- 2.
[Eiseres 2],
beiden te [woonplaats], eisers tot cassatie, adv. mr. K.A. Weski,
tegen
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie), te 's‑Gravenhage, verweerder in cassatie, adv. mr. D. Stoutjesdijk.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eisers tot cassatie — verder te noemen: [eiser 1] en zijn dochter — hebben bij exploot van 13 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.