RvdW 2006, 609
Auteursrecht. Geur van een parfum ‘werk’ in de zin van art. 10 Auteurswet? Vordering tot winstafdracht ex art. 27a Aw; voorwaarden. Overlegging stukken; tijdigheid; ambtshalve controle rechter.
HR 16-06-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU8940 (Trésor)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juni 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/327HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AU8940
- Roepnaam
Trésor
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU8940, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑06‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU8940, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2006
- Wetingang
BW art. 6:104; BW art. 6:162; Aw art. 10; Aw art. 27a
Essentie
Auteursrecht. Geur van een parfum ‘werk’ in de zin van art. 10 Auteurswet? Vordering tot winstafdracht ex art. 27a Aw; voorwaarden. Overlegging stukken; tijdigheid; ambtshalve controle rechter.
Een geurcombinatie (geur) kan in aanmerking komen voor auteursrechtelijke bescherming. De in art. 10 Aw, naast de niet-limitatieve opsomming van werksoorten, neergelegde omschrijving van wat als ‘werk’ in de zin van de wet moet worden verstaan luidt algemeen en belet niet daaronder een geur te begrijpen. Dat brengt mee dat voor de vraag of een geur in aanmerking komt voor auteursrechtelijke bescherming beslissend is of het daarbij gaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.