JOW 2006, 40
wederrechtelijk verkregen voordeel; conservatoir (derden)beslag; onroerende zaak
HR 13-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW0100
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juni 2006
- Magistraten
Bleichrodt, Van Dorst, Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01190/05 B
- LJN
AW0100
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW0100, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW0100, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2005
- Wetingang
Sv art. 94a
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; conservatoir (derden)beslag; onroerende zaak
Samenvatting
Uit de totstandkomingsgeschiedenis van art. 94a lid 3 en 4 Sv volgt dat de wetgever een verruiming van de beslagmogelijkheden heeft beoogd bij derden die te kwader trouw voorwerpen onder zich hebben, die middellijk of onmiddellijk afkomstig zijn van het misdrijf in verband waarmee het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden ontnomen, en dat ook onroerende zaken die aan een derde toebehoren, in beslag kunnen worden genomen. Het oordeel van de rechtbank dat het conservatoir beslag op het aan klaagster toekomende registergoed geen conservatoir derdenbeslag is, geeft geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.