AB 2006, 303
Procesko stenveroordeling.
HR 12-05-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX0985, m.nt. C.L. Knijff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 2006
- Magistraten
Mrs. Van der Putt-Lauwers, Van Brunschot, Bavinck
- Zaaknummer
42.449
- Noot
C.L. Knijff
- LJN
AX0985
- JCDI
JCDI:ADS864785:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AX0985, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑2006
- Wetingang
Awb art. 7:15 lid 2; Awb art. 8:75 lid 1
Essentie
Proceskostenveroordeling.
Samenvatting
Voorop gesteld moet worden dat wanneer een belanghebbende geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, als regel de door hem in beroep gemaakte kosten voor vergoeding op de voet van art. 8:75 Awb in aanmerking komen. Van deze regel mag worden afgeweken indien de noodzaak tot het instellen van beroep uitsluitend voortvloeide uit de handelwijze van de belanghebbende. De enkele omstandigheid dat de noodzaak tot het instellen van beroep mede voortvloeide uit de handelwijze van de belanghebbende, is derhalve niet voldoende.
Partij(en)
gewezen op de beroepen in cassatie van X B.V. te Z ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.