RFR 2006, 58
Omgang. Kan een omgangsregeling ontzegd worden bij gezamenlijke gezagsuitoefening?
HR 31-03-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV2863
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/038HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AV2863
- JCDI
JCDI:ADS872457:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV2863, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV2863, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2005
- Wetingang
BW art. 1:253a; BW art. 1:377a lid 3; BW art. 1:377h lid 2
Essentie
Kan een omgangsregeling ontzegd worden bij gezamenlijke gezagsuitoefening?
Samenvatting
In 1998 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. In het kader van deze echtscheidingsprocedure is geen beslissing gegeven omtrent het gezag over de twee minderjarige kinderen van partijen, zodat het gezamenlijk gezag na de echtscheiding is blijven voortbestaan op grond van art. 1:251 lid 2 BW. In juli 2000 is door de Rb. Leeuwarden een omgangsregeling vastgesteld tussen de man en de kinderen van partijen. De vrouw verzoekt in de onderhavige procedure het gezamenlijk gezag te wijzigen in eenhoofdig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.