Gst. 2006, 118
118. HR 28-3-2006. Bewegingsvrijheid, beperking verdagsgrondrecht. Legaliteitsbeginsel, lex certa, delictsomschrijving voldoende concreet. ('s-Gravenhage) m.nt. D.E. Bunschoten
HR 28-03-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AV1613, m.nt. D.E. Bunschoten
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 maart 2006
- Magistraten
mrs. Bleichrodt, de Hullu, Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00903/05
- Noot
D.E. Bunschoten
- LJN
AV1613
- JCDI
JCDI:ADS22337:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Staatsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AV1613, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑03‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AV1613, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2006
- Wetingang
Essentie
Bewegingsvrijheid, beperking verdragsgrondrecht. Legaliteitsbeginsel, lex certa, delictsomschrijving voldoende concreet. ('s-Gravenhage)
Samenvatting
De in die bepaling geformuleerde norm maakt voldoende concreet duidelijk welke gedragingen op of aan de weg met betrekking tot gebouwen zijn verboden en strafbaar gesteld en stelt de verdachte voldoende in staat zijn gedrag daarop af te stemmen.
De verdragsbepalingen (…) staan beperkingen toe die noodzakelijk zijn onder meer ter handhaving van de openbare veiligheid en de openbare orde. Op de openbare veiligheid en de openbare orde heeft de gemeentelijke wetgever klaarblijkelijk het oog gehad, gelet op de aanhef van art. 78 ‘Overlast bij of in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.