RFR 2006, 48
Afstammingsrecht. Gezag en omgang. Dient verzoek tot treffen van omgangsregeling met ouders die van het gezag ontheven zijn te worden gebaseerd op art. 1:377a of 1:377f BW?
HR 24-03-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU6528
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
R05/055HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AU6528
- JCDI
JCDI:ADS125415:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU6528, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑03‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU6528, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2006
- Wetingang
BW art. 1:377a; BW art. 1:377f; Rv art. 25
Essentie
Dient een verzoek tot het treffen van een omgangsregeling met ouders die van het gezag ontheven zijn te worden gebaseerd op art. 1:377a of art. 1:377f BW?
Samenvatting
Uit het huwelijk van de ouders is in Irak een kind geboren in 1993. Het kind woont sinds 16 september 1997 bij zijn pleegouders. De pleegvader heeft zich in 1996 in Nederland gevestigd en de pleegmoeder is in september 1997 met het kind in Nederland komen wonen. De ouders zijn op respectievelijk 4 februari 1999 en 24 december 1997 naar Nederland gekomen.
De pleegouders hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.