RvdW 2006, 240
Onteigening. Waardebepaling; maatstaf; op peildatum aanwezige doch nog niet ontdekte bodemverontreiniging.
HR 03-03-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU5703
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/347HR
1424
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AU5703
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU5703, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑03‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU5703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2006
- Wetingang
Ow art. 40b
Essentie
Onteigening. Waardebepaling; maatstaf; op peildatum aanwezige doch nog niet ontdekte bodemverontreiniging.
Bij de waardebepaling van de onteigende zaak op basis van de in art. 40b lid 2 Ow. bedoelde prijs, gaat het om de prijs totstandgekomen tussen een redelijke handelende verkoper en een redelijk handelende koper die bekend zijn met de voor de waarde van die zaak van belang zijnde eigenschappen daarvan. Die eigenschappen behoren bij de waardebepaling ingevolge art. 40b lid 2 dus niet buiten beschouwing te blijven op de grond dat zij eerst door een na de peildatum verricht onderzoek aan het licht zijn getreden. De onteigeningsrechter zal dan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.