FJR 2006, 71
HR, 20-01-2006, nr. C04/296HR
HR 20-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU5681
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 januari 2006
- Zaaknummer
C04/296HR
- LJN
AU5681
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU5681, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU5681, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2006
- Wetingang
Essentie
Geschil omtrent de rechtsgeldigheid van door een echtgenoot gedaan beroep op nietigheid van de door de ander aangegane borgtochtovereenkomst; zie de uitzonderingsbepaling van art. 1:88 lid 5 (voorheen lid 4) BW mede op handelingen van een echtgenoot die bestuurder is van een BV en de aandelen daarvan niet houdt maar slechts heeft gekocht zonder dat zij (nog) aan hem zijn geleverd?; art. 1:88 lid 5 BW
Uitspraak
Feiten
X heeft op 26 april 1999 namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Schilders- en Afwerkingsbedrijf ‘[A] BV’ een kredietovereenkomst gesloten met (de rechtsvoorgangster van) de bank. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.