RvdW 2006, 82
Getuigenverhoor; verschoningsrecht notaris; reikwijdte.
HR 13-01-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU4533
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 januari 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C04/295HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AU4533
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AU4533, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AU4533, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑01‑2006
- Wetingang
Rv art. 165
Essentie
Getuigenverhoor; verschoningsrecht notaris; reikwijdte.
Bij de beoordeling van de reikwijdte van het aan een notaris als getuige toekomende verschoningsrecht is uitgangspunt dat alles waarvan de wetenschap aan een notaris als zodanig is medegedeeld, heeft te gelden als aan hem toevertrouwd; daarbij moet het in beginsel aan de notaris zelf worden overgelaten om te beoordelen of hetgeen aan hem is medegedeeld, heeft te gelden als aan hem toevertrouwd. De aard van het verschoningsrecht brengt mee dat de opgegeven vragen niet behoeven te worden beantwoord, zolang de rechter aan redelijke twijfel onderhevig acht of die beantwoording naar waarheid zou kunnen geschieden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.