RvdW 2006, 20
Profiteren van wanprestatie onrechtmatig?; omstandigheden van geval.
HR 23-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU5682 (Van Oosterom/Baas)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/307HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AU5682
- Roepnaam
Van Oosterom/Baas
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU5682, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU5682, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Profiteren van wanprestatie onrechtmatig?; omstandigheden van geval.
Het handelen met iemand terwijl men weet dat deze door dit handelen een door hem met een derde gesloten overeenkomst schendt, is op zichzelf jegens die derde niet onrechtmatig. Of een dergelijk, gewoonlijk als profiteren of gebruikmaken van wanprestatie aangeduid, handelen jegens die derde onrechtmatig is, hangt af van de omstandigheden van het geval.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
tegen
[Verweerster], te [woonplaats], verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.