FJR 2006, 56
HR, 09-12-2005, nr. R04/138HR
HR 09-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU5233
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2005
- Zaaknummer
R04/138HR
- LJN
AU5233
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU5233, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU5233, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2005
- Wetingang
BW art. 1:377a
Essentie
Maatstaf beoordeling verzoek tot omgang ex art. 1:377f BW; geen koppeling met ontzeggingsgronden; art. 1:377a BW
Uitspraak
Feiten
Uit de korte affectieve relatie van partijen is op 14 augustus 2000 het kind geboren. De moeder is van rechtswege belast met het gezag. De vader heeft het kind niet erkend. Na verbreking van de relatie heeft tussen maart 2002 tot omstreeks augustus 2002 regelmatig contact plaatsgevonden tussen de vader en het kind. In die periode is de vader op zijn vrije dagen en in het weekeinde bij de moeder en het kind in huis geweest. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.