AB 2006, 57
Geen vergoeding van schade als gevolg van rechtmatig strafvorderlijk optreden voor gewezen verdachte; gelijkheidsbeginsel in de zin van gelijkheid voor de openbare lasten.
HR 18-11-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7755, m.nt. B.P.M. van Ravels (Politieregio Amsterdam-Amstelland)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 november 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C04/257HR
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
B.P.M. van Ravels
- LJN
AT7755
- Roepnaam
Politieregio Amsterdam-Amstelland
- JCDI
JCDI:ADS864550:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Bestuursrecht algemeen (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT7755, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT7755, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162; AWB art. 3:4 lid 2
Essentie
Geen vergoeding van schade als gevolg van rechtmatig strafvorderlijk optreden voor gewezen verdachte; gelijkheidsbeginsel in de zin van gelijkheid voor de openbare lasten.
Samenvatting
Eiser is een gewezen verdachte jegens wie op grond van de verdenking dat hij zich had schuldig gemaakt aan een misdrijf een strafvorderlijk dwangmiddel (aanhouding) is toegepast, waarna van vervolging is afgezien. Uit de stukken van de strafzaak blijkt, zoals het hof — in cassatie onbestreden — heeft vastgesteld, niet van zijn onschuld aan het misdrijf waarvan hij werd verdacht. Dit zo zijnde, en in aanmerking genomen hetgeen de Hoge Raad heeft overwogen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.