AB 2006, 48
Belastingheffing; legaliteitsbeginsel; doorkruising belastingwetgeving door toepassing privaatrechtelijke verweren.
HR 11-11-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2554, m.nt. G.A. van der Veen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 november 2005
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/171HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
G.A. van der Veen
- LJN
AU2554
- JCDI
JCDI:ADS190053:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU2554, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU2554, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑11‑2005
- Wetingang
Gw art. 104
Essentie
Belastingheffing; legaliteitsbeginsel; doorkruising belastingwetgeving door toepassing privaatrechtelijke verweren.
Samenvatting
Ontvanger wordt aangesproken tot naleving van een uitspraak van de belastingrechter, strekkende tot ongedaanmaking van een onrechtmatige verrekening van aan een vennootschap toekomende voorlopige belastingteruggaven voor de jaren 1985, 1986 en 1987. De Ontvanger heeft zich verweerd met de stelling dat de naleving van de uitspraak een ongerechtvaardigde verrijking van de vennootschap oplevert, althans naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en dat de vennootschap met haar vordering misbruik van bevoegdheid maakt.
Het gaat in dit geding in de kern om de vraag of in een geval waarin ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.