JOL 2005, 561
Cassatieberoep tegen uithuisplaatsing waarvan werkingstermijn is verstreken; ontvankelijkheid; belang.
HR 14-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT6844
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, P.C. Kop, J.C. van oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R04/056HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AT6844
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT6844, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT6844, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2005
Essentie
Cassatieberoep tegen uithuisplaatsing waarvan werkingstermijn is verstreken; ontvankelijkheid; belang.
Nu de termijn waarvoor de machtiging tot uithuisplaatsing gold, is verstreken, heeft de moeder geen belang meer bij haar cassatieberoep gericht tegen de verlenging van de termijn van bedoelde machtiging.
Partij(en)
[Verzoekster], te Enschede, verzoekster tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel, te Enschede, verweerster in cassatie, adv. mr. W.B. Teunis.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 2 juni 2003 ter griffie van de rechtbank te Almelo ingediend verzoekschrift heeft verweerster in cassatie — verder te noemen: de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.