JOL 2005, 576
Verzet tegen dwangbevel aansprakelijkstelling premieschulden. Betekening dwangbevel; toepasselijkheid art. 94 (oud) Rv (art. 122 Rv).
HR 14-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7538
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/202HR
- Conclusie
A-G van Ballegooijen
- LJN
AT7538
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Belastingrecht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT7538, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT7538, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2005
Essentie
Verzet tegen dwangbevel aansprakelijkstelling premieschulden. Betekening dwangbevel; toepasselijkheid art. 94 (oud) Rv (art. 122 Rv).
Met toepassing van art. 81 RO verworpen cassatieklachten tegen 's hofs oordeel dat art. 94 lid 1 (oud) Rv (art. 122 lid 1 Rv) ook van toepassing is op het ten verzoeke van de Ontvanger door de belastingdeurwaarder uitgebrachte exploot van betekening van een dwangbevel, en dat, nu het onderhavige dwangbevel thans eiser tot cassatie tijdig heeft bereikt en eiser vervolgens tijdig de verzetdagvaarding heeft uitgebracht, van (onredelijke) benadeling geen sprake is, zodat het exploot, ook al is niet betekend aan de woonplaats van eiser, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.