RAR 2005, 124
Aansprakelijkheid. Schadevergoeding. Hoe moet het begrip ‘bewuste roekeloosheid’ in art. 7:661 BW worden uitgelegd?
HR 14-10-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU2235 (City Tax/De Boer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C04/200HR
- Conclusie
A‑G Hartkamp
- LJN
AU2235
- Roepnaam
City Tax/De Boer
- JCDI
JCDI:ADS870429:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU2235, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU2235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2005
- Wetingang
BW art. 7:661
Essentie
Hoe moet het begrip ‘bewuste roekeloosheid’ in art. 7:661 BW worden uitgelegd?
Samenvatting
De werknemer, werkzaam als taxichauffeur, rijdt 's nachts met zijn taxi een weg in die is afgesloten door een wegafzetting voorzien van het verkeersbord ‘afgesloten voor alle verkeer’, met de vermelding ‘uitgezonderd bestemmingsverkeer’. De werknemer is géén bestemmingsverkeer. Vervolgens komt hij met zijn taxi in een uitgefreesd gedeelte van het wegdek terecht, waardoor er schade aan de taxi ontstaat. De werkgever vordert vervolgens vergoeding van de ontstane schade van de werknemer op grond van art. 7:661 BW. De werkgever stelt dat, nu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.