AB 2005, 426
Prematuur beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar. Geen grond voor niet-ontvankelijkverklaring, indien hangende het beroep alsnog een reële beslissing wordt genomen.
HR 14-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU4298, m.nt. B.W.N. de Waard
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. Monné, Van Amersfoort, Van Maanen
- Zaaknummer
40 155
- Noot
B.W.N. de Waard
- LJN
AU4298
- JCDI
JCDI:ADS864492:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU4298, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2005
- Wetingang
Awb art. 6:20 lid 4; AWR art. 25
Essentie
Prematuur beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar. Geen grond voor niet-ontvankelijkverklaring, indien hangende het beroep alsnog een reële beslissing wordt genomen.
Samenvatting
Belanghebbende heeft bij het hof beroep ingesteld tegen het niet-tijdig doen van een uitspraak op zijn bezwaar. Het hof heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard op de grond (kort samengevat) dat ten tijde van het instellen van dat beroep de termijn voor het doen van uitspraak op bezwaar als bedoeld in art. 25 lid 1 AWR nog niet was verstreken.
Hangende het geding voor het hof heeft het hoofd alsnog uitspraak gedaan op het bezwaar.
Ingevolge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.