NJ 2006, 230
Vordering tot medewerking aan buitengerechtelijk akkoord; strenge maatstaf voor toewijzing; misbruik van bevoegdheid aanbod akkoord te weigeren; stelplicht en bewijslast. Toepassing van 3:303 BW?
HR 12-08-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7799, m.nt. P. van Schilfgaarde (Groenemeijer/Payroll)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 augustus 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C04/144HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
AT7799
- Roepnaam
Groenemeijer/Payroll
- JCDI
JCDI:ADS114583:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT7799, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑08‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT7799, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑08‑2005
- Wetingang
Essentie
Vordering tot medewerking aan buitengerechtelijk akkoord; strenge maatstaf voor toewijzing; misbruik van bevoegdheid aanbod akkoord te weigeren; stelplicht en bewijslast.
Een schuldeiser staat het in beginsel vrij zijn medewerking aan een hem door de schuldenaar aangeboden buitengerechtelijk akkoord te weigeren. Dit kan uitzondering lijden indien de uitoefening van deze bevoegdheid tot weigering wordt misbruikt en de schuldeiser aldus naar redelijkheid aanvaarding van het aanbod niet had kunnen weigeren. De omstandigheid dat een schuldenaar de slechte financiële positie van de schuldenaar of diens dreigende faillissement kent of behoort te kennen, zal in het algemeen niet voldoende zijn om de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.