RAR 2005, 79
Ontslag. Is voor een opzegging van een arbeidsovereenkomst door de werkgever een duidelijke, ondubbelzinnige verklaring vereist, die erop gericht is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst te bewerkstelligen?
HR 10-06-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AS8387 (Al Hage Hussein/Zbir)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/310HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AS8387
- Roepnaam
Al Hage Hussein/Zbir
- JCDI
JCDI:ADS870306:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS8387, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AS8387, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2005
- Wetingang
BW art. 3:33; BW art. 3:35; BW art. 7:667
Essentie
Is voor een opzegging van een arbeidsovereenkomst door de werkgever een duidelijke, ondubbelzinnige verklaring vereist, die erop gericht is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst te bewerkstelligen?
Samenvatting
Werknemer werkt in een grillroom op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Op enig moment, ruim vóór het einde van zijn dienstverband, staakt hij, volgens zijn zeggen ten gevolge van arbeidsongeschiktheid, zijn werkzaamheden. Dit meldt hij zijn werkgever ook. Gedurende deze periode van arbeidsongeschiktheid ontvangt hij van zijn werkgever een brief, waarin de werkgever onder meer schrijft, dat hij tot de conclusie is gekomen, dat de arbeidsovereenkomst ontbonden is en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.