NJ 2005, 395
Arbeidsovereenkomst: opzegging door werkgever?; maatstaf van art. 3:33 en 3:35 BW.
HR 10-06-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AS8387 (Al Hage Hussein/Zbir)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/310HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AS8387
- Roepnaam
Al Hage Hussein/Zbir
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS8387, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AS8387, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2005
- Wetingang
BW art. 3:33; BW art. 3:35; BW art. 7:611; BW art. 7:677; BW art. 7:680
Essentie
De volgens vaste rechtspraak geldende strenge maatstaf ter beantwoording van de vraag of een werknemer zijn dienstbetrekking vrijwillig heeft willen beëindigen, geldt niet voor de beantwoording van de vraag of een door de werkgever afgelegde verklaring strekt tot beëindiging van de dienstbetrekking. Een dergelijke verklaring dient, indien de werknemer deze heeft opgevat als gericht op de beëindiging van de dienstbetrekking maar de werkgever zich op het standpunt stelt dat die verklaring niet die strekking had, beoordeeld te worden aan de hand van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.