RFR 2005, 89
Alimentatie. Na vernietiging en verwijzing wordt door het hof bij een ‘oud geval’ het beroep van de man op limitering van de alimentatie alsnog verworpen.
HR 03-06-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AS5961
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R04/098HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AS5961
- JCDI
JCDI:ADS871391:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS5961, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AS5961, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2005
- Wetingang
BW art. 1:160
Essentie
Is bij een LAT-relatie sprake van samenwonen in de zin van art. 1:160 BW? Kan een niet-160 BW-relatie aanleiding geven tot verlaging van de alimentatie als de behoefte daardoor vermindert?
Samenvatting
Bij echtscheidingsbeschikking is bepaald dat de man een bedrag aan partneralimentatie aan zijn voormalige echtgenote (de vrouw) dient te betalen. De vrouw is inmiddels een LAT-relatie aangegaan. In dit geding verzoekt de man, stellende dat de vrouw met een andere man is gaan samenleven als waren zij gehuwd in de zin van art. 1:160 BW, te bepalen dat hij niet langer verplicht is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.