NJ 2006, 21
Leegstandwet; tijdelijke woningverhuur; ‘vernieuwbouw’ in de zin van art. 15 lid 1 sub c.
HR 03-06-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT3442 (Van Haaren/Het Oosten)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann
- Zaaknummer
C04/125HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AT3442
- Roepnaam
Van Haaren/Het Oosten
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT3442, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑06‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT3442, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2005
- Wetingang
Leegstandwet art. 15; BW art. 7:220; BW art. 7:274
Essentie
Leegstandwet; tijdelijke woningverhuur; ‘vernieuwbouw’ in de zin van art. 15 lid 1 sub c.
Uit de parlementaire geschiedenis van de Leegstandwet blijkt dat voor het antwoord op de vraag of sprake is van ‘vernieuwbouw’ in de zin van art. 15 lid 1, aanhef en onder c, van die wet niet beslissend is of de werkzaamheden al dan niet tijdens de bewoning kunnen worden uitgevoerd, maar of het gaat om ingrijpende werkzaamheden. Onjuist is de rechtsopvatting dat de wetgever in het kader van de Leegstandwet dezelfde criteria heeft willen hanteren als die welke gelden in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.