RFR 2005, 73
Gezag en omgang. Is de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, ontvankelijk in zijn verzoek om hem en de moeder met het gezamenlijk gezag over het kind te belasten?
HR 27-05-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AS7054
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 mei 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
R04/088HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AS7054
- JCDI
JCDI:ADS125418:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS7054, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑05‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AS7054, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2005
- Wetingang
EVRM art. 8 lid 1 jo; EVRM art. 6 lid 2; BW art. 1:253c
Essentie
Is de tot het gezag bevoegde vader, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, ontvankelijk in zijn verzoek om hem en de moeder met het gezamenlijk gezag over het kind te belasten?
Samenvatting
Partijen hebben gedurende een aantal jaren een relatie gehad, waaruit een kind is geboren. De moeder is van rechtswege belast met het gezag over het kind. De vader heeft het kind erkend. De kantonrechter heeft het verzoek van de vader om hem bij uitsluiting met het gezag te belasten, afgewezen. In hoger beroep heeft de vader naast dit primaire verzoek, subsidiair gevraagd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.