NJ 2006, 20
Verkeersaansprakelijkheid. Botsing automobilist met bromfietser waarbij niet vaststaat wie door rood licht is gereden. Bewijslast en bewijsrisico.
HR 22-04-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AS2026 (Stad Rotterdam/Ibrahim)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C03/269HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AS2026
- Roepnaam
Stad Rotterdam/Ibrahim
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AS2026, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AS2026, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2005
- Wetingang
BW art. 6:101; BW art. 6:162
Essentie
Verkeersaansprakelijkheid. Botsing automobilist met bromfietser waarbij niet vaststaat wie door rood licht is gereden. Bewijslast en bewijsrisico. Gevaarzettend handelen door oprijden kruising bij groen licht voordat is gecontroleerd of deze daadwerkelijk vrij is. Eigen schuld bromfietser?: art. 6:101 BW; maatstaf; wederzijdse causaliteit; billijkheidscorrectie.
Gezien de omstandigheden die het hof in zijn oordeel heeft betrokken, ligt in 's hofs oordeel besloten dat moet worden aangenomen dat wanneer de automobilist (verzekerde van thans eiseres tot cassatie) — veronderstellenderwijs aangenomen dat deze de kruising bij groen licht is opgereden — voorzichtiger het kruisingsvlak was opgereden en had gekeken of er ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.