JOL 2005, 161
Internationale kinderontvoering. Beslissingen en verklaringen als bedoeld in art. 14 en 15 Haags Kinderontvoeringsverdrag; betekenis; toetsing: onderscheid tussen rechtsoordelen en feitelijke beslissingen.
HR 18-03-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR7440
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
R04/100HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AR7440
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR7440, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR7440, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2005
Essentie
Internationale kinderontvoering. Beslissingen en verklaringen als bedoeld in art. 14 en 15 Haags Kinderontvoeringsverdrag; betekenis; toetsing: onderscheid tussen rechtsoordelen en feitelijke beslissingen.
Met de art. 14 en 15 van het Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV) is beoogd de rechter van de aangezochte staat beter en gemakkelijker in staat te stellen te beoordelen of sprake is van een ongeoorloofde overbrenging of niet doen terugkeren in de zin van art. 3 HKOV. Het gaat hier om beslissingen en verklaringen van rechterlijke of administratieve autoriteiten van de staat waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.