Ondernemingsrecht 2005, 70
HR, 11-03-2005, nr. C03/289HR: ABN AMRO/Nieuwenhuys
HR 11-03-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR6657, m.nt. F.B.J. Grapperhaus (ABN AMRO/Nieuwenhuys)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 maart 2005
- Zaaknummer
C03/289HR
- Noot
F.B.J. Grapperhaus
- LJN
AR6657
- Roepnaam
ABN AMRO/Nieuwenhuys
- JCDI
JCDI:ADS878383:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR6657, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑03‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR6657, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2005
- Wetingang
Bw art. 6:106; Bw art. 7:658; Rv art. 150
Essentie
De verplichting van de werkgever om redelijkerwijs te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werk schade lijdt strekt zich ook uit tot het voorkomen van psychische schade ten gevolge van het werk
Partij(en)
ABN AMRO Bank N.V.
tegen
X
Uitspraak
Feiten
De werknemer is sedert medio 1969 in dienst bij ABN AMRO. Hij wordt in 1989 uitgezonden als first vice-president international private banking naar de vestiging in Genève. Bij de plaatsing van de werknemer in Genève is destijds overeengekomen dat hem aan het eind daarvan ook de kosten van repatriëring op eenzelfde basis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.