RvdW 2005, 33
Dwangbevel. Verzet: schorsing tenuitvoerlegging; ook schorsing, verjaringstermijn?
HR 18-02-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR4835
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 februari 2005
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann
- Zaaknummer
C03/279HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AR4835
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR4835, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR4835, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2004
- Wetingang
Awb art. 5:26 lid 4; Awb art. 5:33 lid 2; Awb art. 5:35 lid 1
Essentie
Dwangbevel. Verzet: schorsing tenuitvoerlegging; ook schorsing, verjaringstermijn?
Het verzet tegen een dwangbevel schorst niet alleen — zoals volgt uit art. 5:26 lid 4 jo. art. 5:33 lid 2 Awb — de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, met dien verstande dat de rechtspersoon waartoe het betrokken bestuursorgaan behoort op de voet van art. 5:26 lid 4 Awb de rechter kan verzoeken deze schorsing op te heffen, maar schorst ook de verjaringstermijn als bedoeld in art. 5:35 lid 1 Awb. Aan deze schorsing komt een einde door het vonnis in de verzetprocedure, waarna bij afwijzing van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.