JOL 2005, 69
Enquêterecht. Bevoegdheid tot indienen verzoek enquête dochtermaatschappij door aandeelhouders moedermaatschappij?
HR 04-02-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR8899 (Landis I,Kuiken/Vereniging van Effectenbezitters,concern-enquête)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 2005
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
R04/014HROK110
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AR8899
- Roepnaam
Landis I
Kuiken/Vereniging van Effectenbezitters
concern-enquête
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR8899, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR8899, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2005
Essentie
Enquêterecht. Bevoegdheid tot indienen verzoek enquête dochtermaatschappij door aandeelhouders moedermaatschappij?
Bij de beantwoording van de vraag of en zo ja, onder welke voorwaarden aandeelhouders (onder wie hier mede certificaathouders worden begrepen) van een moedermaatschappij bevoegd zijn een verzoek in te dienen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een (100%) dochtermaatschappij, is uitgangspunt dat de bevoegdheid tot het indienen van een verzoek tot het instellen van een enquête alleen toekomt aan degenen aan wie deze bevoegdheid in de wet is verleend en dat de in art. 2:346 BW opgenomen opsomming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.