NJ 2005, 240
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling; afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b Fw: ontbreken goede trouw bij ontstaan schulden; risico onduidelijkheid voor schuldenaar?
HR 17-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3647
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 2004
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens
- Zaaknummer
R04/023HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AR3647
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3647, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3647, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑2004
- Wetingang
Fw art. 288
Essentie
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling; afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b Fw: ontbreken goede trouw bij ontstaan schulden; risico onduidelijkheid voor schuldenaar?
Blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft 's hofs oordeel dat, nu niet kan worden beoordeeld of de schuldenaar ten aanzien van het ontstaan van bepaalde schulden te goeder trouw is geweest, deze onduidelijkheid voor risico van de schuldenaar behoort te komen, zodat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op de voet van art. 288 lid 2 sub b Fw kan worden afgewezen.
Samenvatting
Thans verzoeker tot cassatie was enig bestuurder en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.